Hooggevoeligheid

We lopen in een lange rij richting het buitentheater in Disney Land Parijs. We nemen plaats op de aangewezen banken, samen met zo’n duizend andere mensen. Voor ons zien we een decor van een filmset. Er is van alles te zien. Huizen, een marktkraam, auto’s.

Het leek ons leuk voor onze zoon van 6, de stuntshow in Disney Land Parijs. Hij is namelijk niet zo’n fan van alle attracties, hij vindt alles te hard gaan. Hij is wel dol op auto’s en actie en dus zitten we er met de hele familie klaar voor tot de show gaat beginnen.

De show simuleert een filmset. Actiescenes worden afgewisseld met uitleg over hoe de special effects gemaakt worden. In het Frans en Engels, dus voor onze kinderen niet te volgen.We zien een spectaculaire achtervolgingen met auto’s, auto’s die grote sprongen maken en hard achteruit rijden. Wij vinden het gaaf om te zien. Onze zoon zit stil en serieus voor zich uit te kijken, neemt alles in zich op.

Dan ineens rijdt er een motorrijder door het vuur heen en hij staat in brand. Het ziet er erg spannend uit. Hij valt op de grond en er komt iemand aangerend met een blusapparaat. Nadat het vuur gedoofd is springt de man op en steekt zijn handen in de lucht. Het publiek juicht en applaudisseert.

Onze zoon begint hard te huilen. Hij vindt het eng en zegt dat hij het niet snapt. We leggen hem uit dat het allemaal niet echt is. Ondertussen begint men ook op het podium met uitleggen hoe het kan dat de man niet is verbrand. Ze laten zien dat hij een speciaal pak draagt wat is ingesmeerd met een speciale stof. Zo kan het vuur hem niet deren. We vertalen de informatie voor onze zoon. Maar hij blijft jammeren en zeggen dat hij het niet snapt. Hoe meer we proberen uit te leggen hoe het werkt, hoe bozer hij wordt. IK SNAPT HET NIET!! Roept hij nu hard en hij drukt zijn handen tegen zijn oren. STOMME SHOW!!! STOM VUUR!! STOMSTE STOMSTE SHOW VAN DE WERELD!! IK SNAP HET NIET!!

We proberen hem te kalmeren. Hij kruipt op schoot en duikt weg. Hij wil niks meer van de show zien. Ondertussen blijft hij boze dingen zeggen, terwijl zijn handen zijn oren dicht drukken. Als de show is afgelopen stampt hij boos de tribune af. We lopen in dezelfde lange rij weer terug naar buiten. Onze zoon loopt voor ons nog steeds te tieren over die stomme show. Onderweg passeren we een poster van de motor. Onze zoon draait zich om, loopt terug naar de poster en geeft de poster een paar flinke trappen, al scheldend over de stomste show van de wereld. Een jong stel achter ons schiet in de lach. Ik trek mijn zoon maar snel mee.

De volgende ochtend rijden we weer naar het park toe. Als we uit de auto stappen klaagt onze zoon dat zijn sokken niet lekker zitten. Ik trek zijn schoenen uit en trek zijn sokken op. Hij vindt het een vervelend gevoel als zijn sokken afzakken. We beginnen met de lange wandeling richting het park.

‘Mammmm, mijn sokken zitten nog steeds niet goehoed.’

Dan doe je je sokken gewoon even uit, dan draag je toch geen sokken?

‘Neeeee, dat wil ik niet!!’

Inmiddels is hij ook aan het huilen. En huilen gaat bij hem nooit zachtjes, het is een hartverscheurend gebrul. Hij doet net of hij niet kan lopen en houdt daarmee iedereen op. Ik trek nog een keer zijn sokken omhoog. We zijn met een grote groep en iedereen loopt al door, we willen namelijk op tijd in een attractie zitten waar altijd een lange rij staat. Onze zoon sjokt er jammerend achteraan. Hij gaat op de grond zitten en wil niet meer verder lopen.

‘Je moet nu gewoon even doorlopen, als we straks in het park zijn kan ik je sokken weer goed doen of uittrekken. We willen nu eerst naar de achtbaan, anders zijn we te laat. Kom, loop even door’.

Onze irritatiegrens is inmiddels bereikt. Alle oplossingen die we aandragen zijn niet goed. Hij kan ook niet aangeven wat hij dan wel wil. Ja, andere sokken. Maar die hebben we hier nu niet. Hij moet het dus doen met de sokken die hij aanheeft, of zijn sokken uittrekken. Hij wil beiden niet. De gehele wandeling richting het park heeft hij gejammerd en gehuild, is op de grond gaan zitten en terug naar de auto gelopen. Eenmaal in het park aangekomen trek ik zijn schoenen uit. Hijs zijn sokken goed op en strik daarna zijn veters extra strak, zodat de sokken niet meer zo afzakken. Hiermee gaat hij akkoord en we hebben hem de rest van de dag niet meer gehoord over zijn sokken.

’s Avonds gaan we uit eten in Disney Village. Bij het Rainforest Cafe. Een heel leuk restaurant voor kinderen. We waant je in het regenwoud en eens in de zoveel tijd beginnen de dieren, een olifant of een gorilla, te bewegen. Onze zoon krijgt patat en een stukje kip.

‘Mama, wat voor dier is dit?’

Dat is kip lieverd.

‘Kip….’

Hij kijkt beteuterd naar zijn eten. Prikt er wat in met zijn vork.

Dan schuift hij resoluut zijn bord van zich af en zegt: ‘Ik vind het te zielig….ik durf niet meer te eten’.

Dat is goed lieverd, dat hoeft ook niet.

Hij heeft grote moeite met het eten van vlees. Een soort natural vegetariër. Dat vinden wij helemaal prima, we eten zelf ook weinig vlees. Sommige dingen vindt hij wel erg lekker, zoals een hamburger of saté. Als hij dat dan eet, dan kijkt hij er eerst eens goed naar en zegt dan: Sorry koe, maar ik vind je te lekker. En neemt dan een grote hap.

Deze voorbeelden laten zien hoe het is om met een hooggevoelig kind naar een pretpark te gaan. Wat voor ons vanzelfsprekend of leuk is, komt bij hem dubbel zo hard binnen. Alle geluiden, visuele prikkels, alle mensen die er lopen. Hij kan dat niet filteren zoals wij, of zich ervoor afsluiten. Na een tijdje stroomt zijn emmertje over en ontstaat er kortsluiting. Het resultaat is dan een extreem boze bui.

Elke dag zijn wij nog lerende hierover. Vaak denken we pas achteraf, oh ja, bij hem werkt dat net even anders. We moeten hem eigenlijk voorbereiden voor elke situatie die anders is dan anders. Hij heeft veel baat bij essentiële oliën. Hij kiest soms zelf de oliën uit die hem naar eigen zeggen ‘beschermen’.

Ik ben heel benieuwd, voor wie is dit herkenbaar?

Plaats een reactie